De mieren (Formicidae) van Vlaanderen.
Inleiding
Abeek - Reppel
In Reppel (provincie Limburg) werd door Jaak Evens en andere leden van de 'werkgroep Ongewervelden' (LIKONA) onderzoek gedaan naar de diversiteit van invertebraten. Het onderzochte gebied ligt in de vallei van de Abeek en bevindt zich in de hokken FS7869 en FS7870. Van half april tot midden oktober 2006 werden er door middel van bodemvallen (bv), 2 raamvallen en een kleurenval stalen ingezameld.
- Bodemval 11 G (g) droog heischraal grasland
- Bodemval 12 B(m) elzenbroek
- Bodemval 13 potten rond een hoop houtafval (takken stronken)onder bomen weinig begroeiing (bramen netels) wel vochtig
- Bodemval 14 N(m) nat grasland met mos
- Bodemval 15 N(b) + N(r) 2 potten zeer nat rietveld 1 pot tussen bosbies lange grassen en mos en tegen een omgezaagde boomstam
- Raamval 3 tussen opslag van elzen
Voor de mieren leverde dit volgend resultaat op :
Lasius fuliginosus : In de bodemvallen werden enkel ongevleugelde gynen gevangen en in de raamval een gevleugelde gyne.
Lasius umbratus : In de bodemvallen werden enkel ongevleugelde gynen gevangen en in de raamval een gevleugelde gyne.
Myrmica rubra : Het exemplaar in de raamval was een ongevleugeld wijfje.
Myrmica ruginodis : In de raamval werd een gevleugeld wijfje en een gevleugeld mannetje aangetroffen.
Stenamma debile : Zou je niet meteen in een nat grasland verwachten.
* * * * *