De mieren (Formicidae) van Vlaanderen.

 

Inleiding


Atlas Vlaanderen

Blauwtjes

Bosmieren

Checklist

Collectie

Communicatie

Curiosa

Databank

Determinatiesleutel

Fiches

Focus op ...

Fossielen

Gynandromorfen

Koloniestichting

Laatste update

Lieveheersbeestjes

Links

Literatuur

Mierenhandel

Nieuwe soort

Nieuwe publicaties

Wenst u op de hoogte gesteld te worden van de laatste wijzigingen? Stuur ons een mailtje met uw verzoek.

Plantenluizen

Projecten

Symbiose

Taxonomen

Werkgroep

home

Formicidae : Formicinae : Lasius : Dendrolasius

 

Dendrolasius Ruzsky

Datum van de beschrijving: 1912
Beschreven door: Ruzsky, pagina 630.
Referentie van de originele beschrijving:

  • Ruzsky, M., 1912. Mirmekologicheskiya zametki. Uchenye Zapiski Kazanskago Veterinarago Instituta 29 : 629-636.

Synoniemen:

Nederlandse naam: houtmieren

* * * * *

typebeschrijving

vertaling (met dank aan Frans Vandevenne):

Tot op heden wordt Lasius als een enkel genus beschouwd; op basis van de morfologische en biologische kenmerken kan dit genus echter ingedeeld worden in drie subgenera: 1) Subg. Lasius s. str.; 2) Dendrolasius, nom. nov.; 3) Chthonolasius, nom. nov.

* * * * *

Het subgenus Dendrolasius telt sedert de herziening van A. Radchenko (2005) acht soorten, twee uit het westen (1 en 2) van de Palaearctische regio en zes uit het oosten.

deze zijn:

  1. Lasius fuliginosus (Latreille, 1798)
  2. Lasius buccatus Stärcke, 1942
  3. Lasius nipponensis Forel, 1912
  4. Lasius capitatus (Kusnetzov-Ugamsky, 1928)
  5. Lasius orientalis Karawajew, 1912
  6. Lasius spathepus Wheeler, 1910
  7. Lasius morisitai Yamauchi, 1978
  8. Lasius fuji Radchenko, 2005

* Alle soorten uit dit subgenus kennen een sterke sociale organisatie, vormen grote kolonies die een kartonnest bouwen in een holte (meestal in een boom) en verspreiden een sterke aromatische geur.

Aangezien Lasius buccatus Stärcke, 1942 de soort is die geografisch het dichtst aanleunt bij onze inheemse L. fuliginosus willen we hier de kenmerken volgens de beschrijving van Stärcke vermelden. In zijn herziening zegt Radchenko dat hij L. buccatus als soort wil erkennen op basis van het oordeel van Wilson (1955) omdat hij zelf geen typemateriaal heeft kunnen vinden.

Het type van deze soort is afkomstig van Dragocaj-Sarajevo in Bosnië. In zijn herziening van het genus Lasius erkent Wilson L. buccatus als een geldige soort op basis van de kenmerken die Stärcke beschrijft en die duidelijk afwijken van die van L. fuliginosus.

Deze kenmerken zijn:

  1. De clypeus vertoont een scherpe richel die loopt van de achterkant tot een klein putje in het midden.
  2. Kop van buccatus is smaller dan die van fuliginosus - buccatus : KL / KB = 1.03 langer dan breed. fuliginosus : KL = 0.95 KB.
  3. Kop smaller dan de thorax hetgeen voor Dendrolasius een merkwaardige uitzondering is.
  4. Antenne donkerbruin. Bij fuliginosus lichter met een sterker contrast met de kop.
  5. De kop is bij buccatus vooral aan de wangen meer convex dan bij fuliginosus.
  6. Kaken met 7 goed ontwikkelde tanden. Bij fuliginosus vertonen de kaken geen constant patroon.

* * * * *