De mieren (Formicidae) van Vlaanderen.

 

Inleiding


Atlas Vlaanderen

Blauwtjes

Bosmieren

Checklist

Collectie

Communicatie

Curiosa

Databank

Determinatiesleutel

Fiches

Focus op ...

Fossielen

Gynandromorfen

Koloniestichting

Laatste update

Lieveheersbeestjes

Links

Literatuur

Mierenhandel

Nieuwe soort

Nieuwe publicaties

Wenst u op de hoogte gesteld te worden van de laatste wijzigingen? Stuur ons een mailtje met uw verzoek.

Plantenluizen

Projecten

Symbiose

Taxonomen

Werkgroep

home

Formicidae : Myrmicinae : Strumigenys

Strumigenys F Smith

Datum van de beschrijving: 1860
Beschreven door: Smith, F., pagina(s) 72.
Referentie van de originele beschrijving:

  • Smith, F., 1860. Descriptions of new genera and species of exotic Hymenoptera. J. Entomol. 1 : 65-84.

Synoniemen:

  • Quadristruma Brown
  • Eneria Donisthorpe
  • Labidogenys Roger
  • Proscopomyrmex Patrizi

Nederlandse naam: klemkaakmier

In de subtropische en tropische regio's komen enkele genera mieren voor die speciaal morfologisch zijn toegerust om snelle prooien zoals de springstaarten (Collembola) te vangen. Soorten van de genera Odontomachus, Acanthognathus, Daceton en Strumigenys bezitten lange parallel lopende kaken die met hoge snelheid kunnen dichtklappen en die in de strooisellaag met een zeker gemak op springstaarten jagen.

 

-Odontomachus

Odontomachus sp. © Alex Wild 2003

Wulfila Gronenberg heeft zowel bij Odontomachus, Daceton armigerum als bij Strumigenys het mechanisme bestudeerd dat deze mieren in staat stelt snelle prooien buit te maken.

Strumigenys is tussen 1.2 en 1.5 mm en nadert de prooi met gesloten kaken tot de antennes de prooi waarnemen. Zodra ze een prooi detecteren, openen ze hun kaken in een hoek van wel 220° en naderen langzaam om de prooi niet te alarmeren. Door bewegingen van de kop tracht deze mier steeds met de antennes contact te maken met de prooi. Zodra Strumigenys de prooi met de haren die op het labrum staan localiseert tussen de kaken, klappen de kaken dicht in een tijd van 2.5 ms. Eenmaal de prooi geklemd zit tussen de madibulae, buigt de mier haar achterlijf naar voren en verlamd deze met haar angel.

De reflex waarmee de geopende kaken bliksemsnel dichtklappen is het resultaat van een complex mechanisme. Bij het openen van de kaken, schuift het labrum naklemkaakmierar voren en klikt als het ware vast tussen daarvoor voorziene inkepingen van de kaakbasis. Het labrum dat zich tussen de kaken (mandibulae) bevindt, dient hierbij als een veiligheidspal. Eenmaal dat het labrum zich aldus tussen de kaakbasis bevindt, houdt het zelfs de kaken open als de mandibulaire sluitspieren (adductoren) samentrekken. De sluitspieren zijn zo sterk ontwikkeld dat zij bij Daceton armigerum twee-derde van het kopvolume innemen. Bij detectie van een prooi wordt het labrum door de daaraan bevestigde adductoren - de trekkerspieren ('de trekker wordt overgehaald') - tussen de kaakbasis weggetrokken en kunnen de kaken dichtklappen. Dit kaakmechanisme is wat bouw en werking betreft bij Strumigenys en Daceton armigerum hetzelfde.

© W. Gronenberg (gewijzigde afbeelding)

 

 

 

 

  • Gronenberg, W. & Tautz, J., 1994. The sensory basis for the trap-jaw mechanism in the ant Odontomachus bauri. - J Comp Physiol A (1994) 174:49-60.
  • Gronenberg, W., 1996. The trap-jaw mechanism in the Dacetine ants Daceton armigerum and Strumigenys sp.. - The Journal of Experimental Biology 199, 2021–2033 (1996).

* * * * *