De mieren (Formicidae) van Vlaanderen.
Inleiding
Formicidae : Myrmicinae : Temnothorax
Temnothorax Mayr, 1861
Datum van de beschrijving: 1861
Beschreven door: Mayr, pagina(s) 68-69.
Referentie van de originele beschrijving:
-
Mayr, G., 1861. Die europäischen Formiciden. , Vienna. 80 pp.
Synoniemen:
- Macromischa Roger
- Antillaemyrmex Mann
- Croesomyrmex Mann
- Dichothorax Emery
- Myrafant Smith
- Icothorax Hamann & Klemm
- Myrmammophilus Menozzi
- Leptothorax (Dichothorax) Emery
- Leptothorax (Macromischa) Roger
- Leptothorax (Myrafant) Smith
Nederlandse naam: dwergslankmieren
* * * * *
typebeschrijving
24. Gatt. Temnothorax n. g.
. Oberkiefer nur mässig breit, fünfzähnig. Kiefertaster fünfgliederig. Clypeus wenig gewölbt, längs der Mitte mit einem leistenartigen Längskiele. Stirnleisten schwach S-förmig. Fühler 12gliederig, die drei letzten Geisselglieder so lang als die übrige Geissel, das neunte Geisselglied nicht doppelt so lang als das achte, Endglied um weniges mehr als doppelt so lang als das vorletzte Glied. Stirnfeld stark eingedrückt, aber undeutlich abgegrenzt. Stirnrinne und Punctaugen fehlen. Thorax zwischen dem Meso- und Metanotum stark eingeschnürt, letzteres mit zwei langen, nach oben und hinten gerichteten, etwas bogig gekrümmten Dornen. Erstes Stielchenglied vorne cylindrisch, hinten oben mit einem queren Wulste. Schenkel in der Mitte am dicksten. Sporne einfach. Hinterleib klein, rundlich, dessen erstes Segment bedeckt fast den ganzen Hinterleib.
Diese Gattung hat im äusseren Ansehen vie1 Aehnlichkeit mit Pheidole, unterscheidet sich aber durch die Taster, das stark vertiefte Stirnfeld, die kürzeren Fühler und Beine, das mit langen gekrümmten Dornen versehene Metanoturn und den anders geformten Thorax.
Charaktere deskann ich nicht anführen, da mir dasselbe durch Autopsie nicht bekannt ist.
* * * * *
Het genus Leptothorax had wat België betreft enkel soorten die tot de subgenera Leptothorax en Myrafant behoorden. Bij de herziening van Bolton (2003) verdwijnt het subgenus Myrafant en krijgen onze soorten van dit subgenus de genusnaam Temnothorax.
De tabellen voor determinatie vragen dan ook een kleine aanpassing. Voor Schoeters & Vankerkhoven wordt dit op pagina 27 :
11.A De antennen hebben 11 leedjes. = genus Leptothorax > 12
11.B De antennen met 12 leedjes. = genus Temnothorax > 13
Op pagina 26 van de tabel zouden we dan onder 10.A moeten verwijzen naar een Leptothorax-groep.
* * *
Het aantal slankmieren overschrijdt in Europa zeker 100 soorten. Hiervan komen er in ons land zo'n negen voor. Wij zijn er echter van overtuigd dat dit aantal hoger ligt. Mieren van het genus Temnothorax en Leptothorax zijn klein, vormen tevens kleine kolonies en leven eerder verborgen in rotsspleten, onder mos, in eikels, takjes en plantenstengels. Daar de werksters bovendien ook individueel foerageren, worden zij maar weinig waargenomen en ontbreken zij ook meestal in oudere collecties. Al deze factoren versterken het vermoeden dat in de nabije toekomst nog meerdere soorten zullen gevonden worden indien wij meer gericht zoeken.