Crematogaster scutellaris (Olivier, 1792)
Datum van de beschrijving: 1792
Beschreven door: Olivier, pagina(s) 497.
Referentie van de originele beschrijving:
- Olivier,
M., 1792. Encyclopédie méthodique. Histoire naturelle des animaux.
Synoniemen:
- Myrmica rediana, Myrmica rubriceps, Acrocoelia ruficeps
- Formica haematocephala
- Crematogaster grouvellei, Crematogaster lichtensteini
- Crematogaster corsica, Crematogaster degener
Nederlandse
naam: rode schorpioenmier
* * * * *
typebeschrijving
Operaria. Formica thorace piceo supra nigro, postice bidentat, capite rufo nitido.
Elle a environ quatre de lignes de long. Les antennes sont d'un brun ferrugineux. La tête est lisse, luisante, d'un rouge brun, avec les yeux noirs. Le corcelet est d'un brun ferrugineux, noitatre & luisant à sa partie supérieure, armé postérieurement , au dessus du pédicule, de deux épines très courte. Le pédicule est formé de deux articles noueux. L'abdomen est ovale, noir, luisant. Les pattes sont d'un brun fauve.
* * * * *
© Marc Vandenberghe
We melden de eerste buitenshuis waarneming van een nest van de mierensoort Crematogaster scutellaris (Olivier, 1792) in België. In de lente van 2022 werd een nest van deze soort ontdekt in het Rood Klooster te Oudergem in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Grote en zeer actieve routes van werksters werden vastgesteld in een haag en langs de muren van een klein gebouw. Het nest is hoogstwaarschijnlijk al meerdere jaren aanwezig in de houten constructie van het gebouw. Interacties met andere mierensoorten geven aan dat deze nieuwe aanwinst niet onmiddellijk invasief zal worden en geen probleem lijkt voor de plaatselijke inheemse mierenfauna. We verwachten meer waarnemingen van deze soort in de nabije toekomst daar in de buurt maar ook elders in België (Dekoninck et al., 2022).
|