Lasius
emarginatus (Olivier, 1792)
Datum van de beschrijving: 1792
Beschreven door: Olivier, A.G., pagina 494.
Referentie van de originele beschrijving:
- Olivier,
A.G., 1792. Encyclopedie methodique. Histoire naturelle. Insects 6:
469-506, Paris.
Synoniemen:
- Formica
emarginata Olivier, 1791
- Lasius
alienus illyricus Zimmermann, 1934
- Lasius
niger brunneo-emarginatus Forel,
1874
- Lasius
niger emarginatus var. brunneoides Forel, 1874
- Lasius
niger nigro-emarginatus Forel, 1874
- Lasius
alienus var. pontica Stärcke, 1944
Nederlandse
naam: muurmier
* * * * *
De
muurmier is één van onze gemakkelijkst te herkennen Lasius-soorten.
Zij is tweekleurig waarbij de thorax duidelijk in kleur verschilt van
de kop en het achterlijf. De enige andere Lasius-soort die er op
lijkt is Lasius brunneus of de boommier maar de muurmier is toch
meer uitgesproken tweekleurig; het borststuk is duidelijk roodbruin. Zoals
de Nederlandse namen trouwens ook aangeven, hebben zij elk een uitgesproken
voorkeur voor een nestplaats. De boommier bouwt haar nest in dode of oude
bomen terwijl de muurmier een voorliefde heeft voor stenen. In het zuiden
van West-Vlaanderen werd ze op bijna iedere kerk- en kerkhofmuur gevonden
(Dekoninck, W. e.a., 2003).
Oude verweerde muren zijn dan ook de plaatsen waar bij voorkeur dient
gezocht te worden naar deze opvallende mier. Natuurlijke habitats zoals
warme rotsachtige gebieden mogen vooral in Zuid-België niet over
het hoofd worden gezien.
Seifert
stelde in 1992 (Seifert, B., 1992)
nog dat de noordelijke grens in Europa op 52.30 N lag en dat de soort
in België niet voorkwam. Volgens dezelfde auteur is zij de meest
thermofiele van het subgenus Lasius s.s. en vormen op het zuiden
gerichte rotsachtige gebieden met een spaarzame vegetatie haar natuurlijke
habitat.
©
Bernhard Seifert
|