De mieren (Formicidae) van Vlaanderen.
Inleiding
Formicidae : Dolichoderinae : Linepithema humile
Linepithema humile (Mayr)
Datum van de beschrijving: 1868
Beschreven door: Mayr, pagina(s) 164.
Referentie van de originele beschrijving:
-
Mayr, G., 1868. Formicidae novae americanae collectae a Prof. P. de Strobel. Ann. Soc. Nat. Modena 3 : 161-178.
Synoniemen:
- Hypoclinea (Iridomyrmex) humilis Mayr
- Hypoclinea humilis Mayr
- Iridomyrmex humilis (Mayr)
- Iridomyrmex riograndensis Borgmeier
- Linepithema riograndense (Borgmeier)
Nederlandse naam: Argentijnse plaagmier
* * * * *
typebeschrijving
4. Hypoclinea humilis n. sp.
Operaria: Long. 2- 6 mm . Sordide ferruginea, micans, mandibularum parte apicali flavescenti, abdomine nigrofusco, tarsis et nonnunquam tibiis testaceis; microscopice adpresse pubescens, absque pilis abstantibus; subtilissime coriaceo-rugulosa, mandibulis nitidis sublaevigatis punctis nonnullis; clypeus margine antico late haud profunde emarginatus; thorax inter mesonotum et metanotum paulo at distincte constrictus, pronoto fornicato, mesonoto longitrorsum recto, transversim convexo, metanoto inermi longitrorsum fornicato pronoto paulo altiori; petioli squama compressa rotundata.
Ad subgenus Iridomyrmex pertinens.
LECTA in locis urbem Buenos Aires ambientibus; anno 1866. - Str.
* * * * *
Holotype: Hypoclinea humilis Mayr 1868, één werkster. Argentinië, Buenos Aires (1866, Stroebel coll.) Naturhistorisches Museum Wien.
* * * * *
Linepithema humile Shattuck, S.O.
Iedereen heeft er al wel van gehoord, Linepithema humile. Toch niet? En als we zeggen dat de befaamde Argentijnse plaagmier Zuid-Europa heeft gekoloniseerd? Nu herinneren we ons weer dat een 'superkolonie' zich daar over duizenden kilometers (6000 km volgens sommigen) uitstrekt. In een periode van zo'n 60 jaar heeft de Argentijnse zwerfmier (werkster = 1 mm) zich over een kuststrook die loopt van Noord-Italië tot de Atlantische kust van Portugal weten uitbreiden en heeft daarbij de aanwezige inheemse mierenfauna verdrongen. In werkelijkheid gaat het om twee superkolonies (gedefinieerd op basis van een agressietest) waarvan we de grootste gemakshalve de 'hoofdkolonie' zullen noemen en de kleinere de 'Catalaanse' (Giraud, T., Pedersen, J.S. & Keller, L., 2002, Evolution of supercolonies: The Argentine ants of southern Europe). De verspreiding naar het noorden werd geremd door de klimaatsgrens - zij houden het liever warm - maar in 2005 werd gemeld dat zij werd waargenomen in een paar appartementen in Noorwegen (Gómez, C. et al., 2005). Voor België werd hun aanwezigheid vastgesteld in de Plantentuin van Meise en de Plantentuin van de Gentse universiteit (Dekoninck).
De identificatie van Linepithema humile in vergelijking met andere soorten uit het genus is geen eenvoudige opdracht. Enkel de mannetjes zijn aan hun uiterlijk duidelijk herkenbaar. In principe zullen zich buiten hun oorspronkelijk leefgebied geen determinatieproblemen stellen, maar toch willen we verwijzen naar de morfologische kenmerken die A. Wild heeft opgesteld.
