Synoniemen:
- Myrmecina
graminicola var. atlantis Santschi
- Myrmica
bidens Foerster
- Myrmecina
graminicola var. grouvellei Bondroit
- Myrmecina
kutteri Forel
- Myrmecina
latreillei Curtis
- Myrmica
striatula Nylander
- Myrmecina
graminicola atlantis Santschi
- Myrmecina
atlantis Santschi
Nederlandse
naam: oprolmier
* * * * *
typebeschrijving
La FOURMI GRAMINICOLE. Formica graminicola.
Mulet. .
Rougeâtre ; deux épines coutes à l'extrémité postérieure du corcelet ; premier nœud sans dent inférieure ; premier anneau de l'abdomen noir.
Rubescens ; thorace spinis duabus brevibus, posticis ; nodo priori mutico ; abdominis primo segmento nigro.
m.
Long. 0,004. - r. lig. 2/3
* * * * *
© Bernhard Seifert
In het Duits Versteckte Knotenameise
Ze vormen kleine nesten en leven verborgen onder zware stenen of liefst in een stenige bodem. Hun aanwezigheid manifesteert zich tijdens een bruidsvlucht of ze worden aangetroffen in bodemvallen; de nesten zelf worden zeer zelden gevonden en het bepalen van hun voorkomen dienen we met een zekere reserve te benaderen alhoewel het zeker geen algemene soort is.
De soorten hebben meestal intermorfen (gynomorfen en ergatomorfen). Buschinger geeft de voorkeur aan deze benamingen en vindt interkasten hier geen goede definitie omdat dit eerder betrekking heeft op een duidelijk onderscheid tussen steriele werksters en de productieve gynen, een onderscheid dat bij de intermorfen van M. graminicola niet kan worden gemaakt.
* * * * *