Solenopsis
fugax (Latreille)
Datum van de beschrijving: 1798
Beschreven door: Latreille, pagina(s) 46.
Referentie van de originele beschrijving:
- Latreille,
P.A., 1798. Essai sur l'histoire des fourmis de la France., Brive. 50
pp.
Synoniemen:
- Solenopsis
(Diplorhoptrum) fugax var. debilior Santschi
- Myrmica
flavidula Nylander
- Solenopsis
fugax var. kasalinensis Emery
- Solenopsis
orbula var. latroides Ruzsky
- Solenopsis
fugax subsp. orientalis Ruzsky
- Solenopsis
(Diplorhoptrum) fugax var. pontica Santschi
- Solenopsis
(Diplorhoptrum) fugax var. scythica Santschi
Nederlandse
naam: diefmier
* * * * *
typebeschrijving
F. fugace. fugax.
O.t.p. Testacée pâle. Abdomen noir à la base. Mâle. Noir, un peut pubescent, luisant. Antennes, genoux des cuisses, jambes et tarses en grande partie, obscurs. Aîles transparentes. Femelle. Tête, corcelet, nœuds, d'un noir reluisant. Antennes, pattes d'un brun clair. Anneaux de l'abdomen d'un brun foncé, roussâtres à leur base. Aîles transparentes.
* * * * *
©
François Vankerkhoven
verhouding
tussen de grootte van Lasius niger en Solenopsis fugax
Solenopsis
fugax of de diefmier is een van onze kleinste mieren en zou verward kunnen
worden met een faraomier of Monomorium pharaonis. Alhoewel van Boven & Mabelis (1986) beweren dat het een vrij algemene
soort is voor België werd ze recent slechts op twee plaatsen in
Vlaanderen waargenomen (Dekoninck,
Vankerkhoven & Maelfait, 2003). Ook naar 'grote uitgebreide
oppervlakkige nesten' blijft het zoeken. Grondig onderzoek in de buurt
van een nest van Lasius niger in een tuin in Genk (Boxbergheide)
leverde slechts een paar individuen op. In de verspreidingsatlas voor
Vlaanderen stellen wij dan ook dat het eerder een zeldzame verschijning
is.
Deze
onopvallende mier is hier dan ook bij het grote publiek een 'kleine'
onbekende. Een naast familielid, Solenopsis invicta, komt gelukkig
bij ons niet voor maar heeft in de Verenigde Staten al een stevige reputatie
opgebouwd.De Fire ants of vuurmieren vormen daar een serieuze plaag
die zich elk jaar meer en meer naar het noorden uitbreidt. Hun naam
'vuurmieren' verwijst naar de branderige, pijnlijke gevolgen van hun
steken. Daar waar zij massaal voorkomen, zijn buitenactiviteiten (pic-nic
of manueel oogsten) praktisch onmogelijk. Het bestrijden van deze agressieve
mieren is daar dan ook een noodzaak maar kan de opmars naar het noorden
blijkbaar niet verhinderen.
© Bernhard Seifert
|