De mieren (Formicidae) van Vlaanderen.

 

Inleiding


Atlas Vlaanderen

Blauwtjes

Bosmieren

Checklist

Collectie

Communicatie

Curiosa

Databank

Determinatiesleutel

Fiches

Focus op ...

Fossielen

Gynandromorfen

Koloniestichting

Laatste update

Lieveheersbeestjes

Links

Literatuur

Mierenhandel

Nieuwe soort

Nieuwe publicaties

Wenst u op de hoogte gesteld te worden van de laatste wijzigingen? Stuur ons een mailtje met uw verzoek.

Plantenluizen

Projecten

Symbiose

Taxonomen

Werkgroep

home

Formicidae : Dolichoderinae : Tapinoma : Tapinoma erraticum

Tapinoma erraticum (Latreille)

Datum van de beschrijving: 1798
Beschreven door: Latreille, pagina(s) 44.
Referentie van de originele beschrijving:

  • Latreille, P. A., 1798. Essai sur l'histoire des fourmis de la France., Brive. 50 pp.

Synoniemen:

  • Tapinoma tauridis subsp. transcaucasica Karavaiev
  • Tapinoma erraticum var. bononiensis Emery
  • Tapinoma breve Emery
  • Formica caerulescens Losana
  • Tapinoma collina Foerster
  • Tapinoma tauridis Emery
  • Formica glabrella Nylander
  • Tapinoma nigerrima var. ibericum Santschi
  • Tapinoma magnum Mayr
  • Formica nigerrima Nylander

Nederlandse naam: mergeldraaigatje

* * * * *

typebeschrijving

O.t.p. Noire, glabre, luisante. Extrémités des cuisses et des jambes, tarses, pâles. Mâle. Tête et corcelet d'un noir clair. Base des antennes, pattes, pâles. Aîles obscures. Femelle . Noire, veloutée. Jambes et tarses testacés. Nervures jaunâtres à la base des aîles antérieures.

B. Seifert (2012) wijst er in een herziening van het genus Tapinoma (Europa) op dat er geen typemateriaal van Latreille meer te vinden is en aangezien zijn beschrijving ook geen diagnostische waarde heeft, stelt hij voor Tapinoma erraticum een neotype voor. Dit neotype draagt het label "Neotype Tapinoma erraticum (Latreille, 1798), design. B. Seifert 2010" en "FRA: 45.0517°N, 1.5372°E, Nepouls-Faugère, 330 m, along road, under stone, leg. Galkowski 2008.07.02" en bevindt zich in het Senckenberg Museum für Naturkunde Görlitz. De beschrijving van dit neotype is als volgt:

It has the following data: CS 836 μm, CL / CW 1.100, SL / CS 1.024, EL / CS 0.259, dAN / CS 0.279, ExCly / CS 8.87%, ExOcc / CS 1.42%, MGr / CS 3.58%, MW / CS 0.646 and ML / CS 1.347.

Worker: Head, mesosoma and gaster covered by a rath-er dense pubescence. With maximum head length and width in visual plane, posterior margin of head in medium-sized and large specimens slightly excavated. Anteromedian clypeal excision usually at least as deep a wide. Eye contours deviating from ideally elliptic form, showing linear sections on median margin. Anterior margin of clypeus with a few standing setae, the two longest based near to the anterolateral margin of clypeal excision. Remaining surface of head capsule and dorsal mesosoma without standing setae, such are present on mandibles, coxae and ventral surface of gaster. Head, mesosoma and gaster dark blackish brown. Antennae, femora and tibiae dark brown. Tarsi and distal end of tibiae light yellowish brown.

Male (see fig. 3 in SEIFERT 1984 for genital in ventral view): excision of the subgenital plate much shallower than in T. subboreale sp.n. The caudal tips of subgenital plate rounded, much shorter and much less distant than in T. subboreale sp.n. Stipal tips, in contrast, widely separate and caudally strongly surpassing the tips of subgenital plate which is completely invisible in dorsal aspect.

Tapinoma erraticum

 

* * * * *

Over het natuurlijke habitat van deze soort kregen wij van Ivo Raemakers uit Nederland de volgende tip:

"Recent vond ik in beekbegeleidende veenvegetaties op de Brunssummerheide en bij Schinveld in het zuidoosten van Nederlands Limburg nogal wat nesten van Tapinoma erraticum. De gevonden nesten lagen vooral in veenmos (deels doorgroeid met lavendelhei, beenbreek en veenpluis), soms in pijpenstro-horsten. De afstand tot drogere zandige opduikingen bedroeg in  verscheidene gevallen meer dan 50m. Door de ligging in de kwelzone van het beekdal leek de waterstand ter plekke zeer constant (constante afwatering op beek vanwege verhang). Misschien een factor van belang want in veenvegetaties rond heidevennen vond ik tot dusver geen Tapinoma's (vooral op de Veluwe gezocht). De waarneming is mogelijk ook interessant voor de Hoge Kempen. Ik ken de situatie daar niet goed, maar gezien het ontspringen van nogal wat beken kan ik me voorstellen dat er vergelijkbare biotopen aanwezig zijn."

Tapinoma erraticum

koningin met werksters en broed © Bernhard Seifert

* * * * *