Pseudomyrma ? allaborans. Mas. Nigra, gracilis, brevis, nitens, capite antice fulvo, antennis subclavatis pallide luteis, petioli nodis magnis globosis, abdomine fusiformi suturis pallidis, pedibus fulvis breviusculis robustis, alis albidis, venis stigmateque nigris. Fæm. Antennis clavatis, femoribus posticis nigris. Neut. Capite lato, thoracis segmentis bene determinatis; abdomine longi-elliptico.
Male. Black, slender, smooth, shining. Head tawny in front. Antennæ pale luteous, subclavata. Peduncle with large globose nodes. Abdomen fusiform, longer than the thorax; sutures pale. Legs tawny, short, stout. Wings whitish; veins and stigma black. Length of the body 2 lines; of the wings 3 lines. Female. Antennæ clavate. Hind femora black. Length of the body 3 1/2 lines. Worker. Head broader than the thorax. Segments of the thorax much developed. Abdomen long-elliptical, not longer than the thorax. Length of the body 3 lines.
* * * * *
Tetraponera allaborans is een soort van Zuidoost-Azië en Australië. Van deze soort werd tijdens de zomer van 2003 één exemplaar aangetroffen in een bodemval in Engis (provincie Luik). Dat dit een zeer toevallige vondst is, blijkt uit het feit dat gedurende de ganse bemonsteringsperiode (april - oktober) enkel dit ene exemplaar werd ingezameld en dat ook gericht zoeken in die steengroeve tijdens de zomer van 2004 en 2005 geen resultaat had (Dekoninck, W. et al., 2006).
Copyright 2006 Martin Pfeiffer [www.antbase.net]
De subfamilie Pseudomyrmecinae waartoe deze soort behoort, telt slechts drie genera waarvan het genus Tetraponera in elke zoögeografische regio van de Oude Wereld voorkomt maar wel met een klein aantal soorten in de Palaearctische regio (Bolton, B., 1995).
* * * * *