Synoniemen:
- Myrmica cariniceps Guérin-Méneville
- Myrmica modesta Smith
- Myrmica reticulata Smith
- Myrmica kollari Mayr
- Myrmica kollari Mayr
- Myrmica (Tetramorium) kollari Mayr
- Tetramorium guineense Fabricius
Nederlandse naam: ribbelzaadmier
* * * * *
typebeschrijving
Myrmica bicarinata n. sp. , e California autumno 1840.
Operia sparse albido-setulosa, testaceo-rufa abdomine fusco, caput infra et lateribus rugoso-scabrum,supra parcius inordinate longitudinaliter et subreticulatim elevatiusculo-striatum, carinula vel stria elevatior subrecta a marginibus laminæ frontalis utrinque sursum parum divergenter continuatis occiput attingens; thorax et nodi petiole testaceo-rufi rugoso-scabri, (metathorax ab acu læsus); statura et magnitudo Myrmicæ acervorum . Femina colorata et insculpta ut operaria, met(h)athorax spinis solitis mediocribus robustis et præterea pari spinularum (vel dentium) tenuium inferiorum (e processu marginis apicalis laminiformis metapleurorum) proxime supra insertionem petiole; hæ duæ spinæ inferiores sursum curvatæ duplo majores quam superiores; alæ albo-hyalinæ nervis et stigmate dilutissime flavido-cinerascentibus, anticæ 4 1/3 millimetra longæ; pedes sicut operariæ pubescentes; abdomen apice rufescens. Paulo major est quam M. acervorum . - Plurimæ igitur eædem sunt ac in terris nostris, unde firmatur sentential in Adnotationibus indicata, vastam esse in tellure distributionem specierum singularum borealium familiæ hujus.
* * * * *
Tetramorium bicarinatum, een kosmopolitische zwerfmier die waarschijnlijk afkomstig is van de Oriëntaalse regio voelt zich thuis in een subtropisch tot tropisch klimaat; volgens Bolton zou zij echter niet voorkomen in de Afrotropische regio (Ethiopische). Bij ons zal zij dan ook alleen gevonden worden in verwarmde gebouwen en serres. Een recente (2004) waarneming voor België werd gedaan te Herstal (provoncie Luik) waar twee nesten in de pot van een kamerplant (Azalea) werden gevonden. Dit is zeer waarschijnlijk de eerste zekere waarneming voor België aangezien Bondroit in zijn publicatie van 1918 (Les fourmis de France et de Belgique) op p. 109 wel de soort T. guineense Fabr. vermeldt als voorkomend "dans les serres" maar niet verduidelijkt of dit in Frankrijk of in België werd vastgesteld. Zowel J. van Boven als van Boven en Mabelis maken melding van T. guineense voor België (Benelux) zonder echter een specifieke locatie te noemen. In zijn herziene tweede druk van zijn Mierentabel somt Stärcke wel meerdere plaatsen op in Nederland (o.a. Amsterdam, Utrecht, Wageningen) maar citeert 'voor België' (misschien ten onrechte) enkel de melding 'dans les serres' van Bondroit!
© C. Richart
Een mier uit de bicarinatum-groep die sterk lijkt op T. bicarinatum is T. insolens die zowel in Engeland als in Duitsland werd aangetroffen. Het is dan ook raadzaam bij de determinatie hier rekening mee te houden. T. bicarinatum is een tweekleurige mier met een roodbruine kop en thorax en een zwart achterlijf. T. insolens daarentegen is uniform geel gekleurd tot licht oranjebruin waarbij het gaster meestal lichter van kleur is dan de kop en de thorax. De mandibulae zijn bij bicarinatum voorzien van dicht tegen elkaar liggende fijne groeven terwijl die van insolens glad en glanzend zijn.
© B. Bolton
T. bicarinatum onderscheidt zich van T. caespitum / impurum door de lange doorns op het propodeum en door de voorhoofdskammen die bij bicarinatum tot aan de achterrand van de kop reiken.
* * * * *
- Bolton, B. 1977. The ant tribe Tetramoriini (Hymenoptera: Formicidae). The genus Tetramorium Mayr in the Oriental and Indo-Australian regions, and in Australia. Bull. Brit. Mus. (Nat. Hist.) Entomol. 36 : 67-151.
- Bolton, B. 1979. The ant tribe Tetramoriini (Hymenoptera: Formicidae). The genus Tetramorium Mayr in the Malagasy region and in the New World. Bull. Brit. Mus. (Nat. Hist.) Entomol. 38(4) : 129-181.
* * * * *