De mieren (Formicidae) van Vlaanderen.

 

Inleiding


Atlas Vlaanderen

Blauwtjes

Bosmieren

Checklist

Collectie

Communicatie

Curiosa

Databank

Determinatiesleutel

Fiches

Focus op ...

Fossielen

Gynandromorfen

Koloniestichting

Laatste update

Lieveheersbeestjes

Links

Literatuur

Mierenhandel

Nieuwe soort

Nieuwe publicaties

Wenst u op de hoogte gesteld te worden van de laatste wijzigingen? Stuur ons een mailtje met uw verzoek.

Plantenluizen

Projecten

Symbiose

Taxonomen

Werkgroep

home

Formicidae : Myrmicinae : Leptothorax : Leptothorax gredleri

Leptothorax gredleri Mayr

Datum van de beschrijving: 1855
Beschreven door: Mayr, pagina(s) 434, 435, 438, 439.
Referentie van de originele beschrijving:

  • Mayr, G., 1855. Mayr, G. 1855. Formicina austriaca. Beschreibung der bisher im oesterreichischen Kaiserstaate aufgefundenen Ameisen nebst Hinzufuegung jener in Deutschland, in der Schweiz und in Italien vorkommenden Ameisen.Verh. Zool.-Bot. Ver. Wien 5: 273-478.

Synoniemen:

Nederlandse naam: gladde slankmier

* * * * *

typebeschrijving

Operaria : Ferrugineo-testacea, antennarum 11 articulatarum clava, capitis abdominisque pars superior fuscescentes; clypeus impressione longitudinali laevi; metanotum spinis horizontalibus fortibus; pedes absque pilis abstantibus. Long : 3 – 3 ½ mm.

Femina : Ferrugineo-testacea, antennarum 11 articulatarum clava, capitis abdominisque pars superior et macula lateralis mesonoti utrinque fuscescentes ; clypeus impressione longitudinali laevi; pedes absque pilis abstantibus. Long : 3 ½ - 3 ¾ mm.

Myrmica muscorum Schenck Beschr. nass. Ameis. pag. 99.

Arbeiter : Röthlich braungelb, die Keule der Fühlergeissel, so wie die Oberseite des Kopfes und des Hinterleibes bräunlich. Der ganze Körper ist mit Ausnahme der Beine mit abstehenden Borstenhaaren mässig besetzt.

Im Uebrigen verhält sich der ebenso wie der der vorigen Art, und unterscheidet sich von diesem durch die Farbe des Körpers und die Beine, welche nicht, wie bei L. acervorum , mit abstehenden Borstenhaaren bekleidet sind.

Weibchen : Röthlichbraungelb, die Keule der Fühlergeissel, die Oberseite des Kopfes und des Hinterleibes, so wie an den Flügelgelenken des Mesonotums bräunlich oder schwärtzlich. Die Beinen haben keine abstehenden Borstenhaare, wodurch sich das leicht von der vorigen Art unterscheidet.

Im uebrigen so wie bei der vorigen Art, mit Ausnahme der Flügel, welche irisirend und glashell sind und gelbbraune Rippen haben.

* * * * *

De gladde slankmier die sterk lijkt op de mosslankmier werd voor het eerst in België waargenomen te Hockai op 23 juni 2007 (Dekoninck, W. et al., 2009). Voor de kenmerken van deze soort verwijzen we naar de mosslankmier.

L. gredleri © Bernhard Seifert

Leptothorax gredleri

 

 

 

 

 

 

* * * * *